I've got Blonde On Blonde on my portable stereo
Als ik aan Nada Surf denk, gaan mijn gedachten vooral uit naar een zekere Pinkstermaandag in 1997. Ik kende Nada Surf zoals iedereen van Popular (alhoewel ik wel een jaar eerder was dan de meeste anderen omdat ik het nummer al eerder via MTV Amerika had opgepikt :-)), wat ik een erg tof nummer vond. Die maandag zat ik aan de buis gekluisterd. In die tijd vond ik het nog leuk de hele dag Pinkpop te volgen via radio en televisie: zoveel mogelijk op video en cassette op te nemen en me zo min mogelijk te ergeren aan de presentatie van Jan Douwe Kroeske en de onaflatende stroom van oninteresse sfeerimpressies, achtergrondreportages en wat al niet meer. Nada Surf was dat jaar de band die mijn hart stal. In een van hun eigen nummers 'improviseerden' ze een stukje van Joy Division's Love Will Tear Us Apart. Ik was verkocht. Snel daarna vond ik High/Low voor weinig in de Plato alhier en jaar of twee later kocht ik ook The Proximity Effect, ook al voor weinig.
Nada Surf speelde gisteren in Tivoli. Ik had hier niet van geweten als het me niet verteld was. Wel was ik op de hoogte van het feit dat Nada Surf ueberhaupt nog bestaat en ze zelfs een nieuw album ("Let Go") uit hebben. Dat heb ik nog niet gehoord, overigens. Toen ik gisteren naar het station fietste, had ik ter voorbereiding The Proximity Effect in mijn discman gedaan. Het viel me op dat ik het album beter kende dan ik eigenlijk dacht (voor mijn gevoel heb ik er nooit veel naar geluisterd) en dat het heerlijk fietsen is op de klanken van Hyperspace, terwijl de zomer langzaam aanvangt. Meteen wist ik weer wat er zo leuk is aan Nada Surf: alhoewel de liedjes soms best treurig van toon zijn (meisjes, liefdesverdriet en eenzaamheid is hun muzikale drieƫenheid, zo lijkt het soms), klinkt alles toch behoorlijk onbevangen en uiteindelijk oppeppend.
Eenmaal in Tivoli aangekomen, was het nog erg rustig. We waren dan ook wel erg vroeg, maar daarom konden we wel Swell's Too Many Days Without Thinking in zijn volledigheid horen. Wat een prachtig album is dat toch. Mijn dank gaat uit naar degene van Tivoli die dat heeft aangezet. Geluk voor Echoboy was de zaal al behoorlijk gevuld toen zij begonnen. Ze begonnen met Turning On, de fantastische opener van Volume 2, hun tweede album. Ze speelden goed. Richard Warren, de zanger en het muzikale brein van Echoboy, deed me ergens aan Moby denken. Wat zijn uiterlijk betreft, maar ook de muziek, alhoewel ik dan wel doel op de Moby van voor Play (wat een saaie plaat is dat zeg!). Verder werkte de combinatie van toetsen en drums erg goed. Toen ze een wat langzamer nummer speelden, verslapte mijn aandacht en herinnerde ik me dat ik de vorige keer dat ik ze zag (Paradiso, London Calling, april 2000) de langzamere nummers ook een stuk minder interessant vond. Gelukkig sloten ze goed af met een paar kneiters en bleef het goede gevoel dat ik aan Echboy overhield lang genoeg hangen om na afloop hun debuut te kopen.
Even later al betrad Nada Surf het podium. De zanger had een setlist van toch zeker driekwart meter lang in zijn handen. Grappig. Ze begonnen met een aantal nummers die ik niet kende, maar uiteindelijk kwam er gelukkig genoeg voor mij bekend materiaal langs. Tijdens een van de eerste nummers beklom een meisje het podium om alle bandleden een kus te geven, wat ook een groot deel van het publiek een glimlach bezorgde. Het concert was verder vrij wisselend. De nieuwe nummers lijken iets verfijnder en net wat rustiger en hebben vast wat meer tijd nodig om te bezinken. De oude nummers waren heerlijk. Ook Stalemate, na Deeper Well mijn favoriet van High/Low, kwam langs. Dit was dus het nummer met het stukje Joy Division, en eigenlijk de reden dat ik hier was. Nu kon ik tevreden naar huis gaan. Desalniettemin kwam de band uiteindelijk nog twee keer terug voor (geplande?) toegiften, wat voor mij niet bijzonder veel toevoegde aan het optreden, maar wel mooi meegenomen was. Nu maar 's kijken of ik die videoband met de opname van Pinkpop '97 terug kan vinden.
Als ik aan Nada Surf denk, gaan mijn gedachten vooral uit naar een zekere Pinkstermaandag in 1997. Ik kende Nada Surf zoals iedereen van Popular (alhoewel ik wel een jaar eerder was dan de meeste anderen omdat ik het nummer al eerder via MTV Amerika had opgepikt :-)), wat ik een erg tof nummer vond. Die maandag zat ik aan de buis gekluisterd. In die tijd vond ik het nog leuk de hele dag Pinkpop te volgen via radio en televisie: zoveel mogelijk op video en cassette op te nemen en me zo min mogelijk te ergeren aan de presentatie van Jan Douwe Kroeske en de onaflatende stroom van oninteresse sfeerimpressies, achtergrondreportages en wat al niet meer. Nada Surf was dat jaar de band die mijn hart stal. In een van hun eigen nummers 'improviseerden' ze een stukje van Joy Division's Love Will Tear Us Apart. Ik was verkocht. Snel daarna vond ik High/Low voor weinig in de Plato alhier en jaar of twee later kocht ik ook The Proximity Effect, ook al voor weinig.
Nada Surf speelde gisteren in Tivoli. Ik had hier niet van geweten als het me niet verteld was. Wel was ik op de hoogte van het feit dat Nada Surf ueberhaupt nog bestaat en ze zelfs een nieuw album ("Let Go") uit hebben. Dat heb ik nog niet gehoord, overigens. Toen ik gisteren naar het station fietste, had ik ter voorbereiding The Proximity Effect in mijn discman gedaan. Het viel me op dat ik het album beter kende dan ik eigenlijk dacht (voor mijn gevoel heb ik er nooit veel naar geluisterd) en dat het heerlijk fietsen is op de klanken van Hyperspace, terwijl de zomer langzaam aanvangt. Meteen wist ik weer wat er zo leuk is aan Nada Surf: alhoewel de liedjes soms best treurig van toon zijn (meisjes, liefdesverdriet en eenzaamheid is hun muzikale drieƫenheid, zo lijkt het soms), klinkt alles toch behoorlijk onbevangen en uiteindelijk oppeppend.
Eenmaal in Tivoli aangekomen, was het nog erg rustig. We waren dan ook wel erg vroeg, maar daarom konden we wel Swell's Too Many Days Without Thinking in zijn volledigheid horen. Wat een prachtig album is dat toch. Mijn dank gaat uit naar degene van Tivoli die dat heeft aangezet. Geluk voor Echoboy was de zaal al behoorlijk gevuld toen zij begonnen. Ze begonnen met Turning On, de fantastische opener van Volume 2, hun tweede album. Ze speelden goed. Richard Warren, de zanger en het muzikale brein van Echoboy, deed me ergens aan Moby denken. Wat zijn uiterlijk betreft, maar ook de muziek, alhoewel ik dan wel doel op de Moby van voor Play (wat een saaie plaat is dat zeg!). Verder werkte de combinatie van toetsen en drums erg goed. Toen ze een wat langzamer nummer speelden, verslapte mijn aandacht en herinnerde ik me dat ik de vorige keer dat ik ze zag (Paradiso, London Calling, april 2000) de langzamere nummers ook een stuk minder interessant vond. Gelukkig sloten ze goed af met een paar kneiters en bleef het goede gevoel dat ik aan Echboy overhield lang genoeg hangen om na afloop hun debuut te kopen.
Even later al betrad Nada Surf het podium. De zanger had een setlist van toch zeker driekwart meter lang in zijn handen. Grappig. Ze begonnen met een aantal nummers die ik niet kende, maar uiteindelijk kwam er gelukkig genoeg voor mij bekend materiaal langs. Tijdens een van de eerste nummers beklom een meisje het podium om alle bandleden een kus te geven, wat ook een groot deel van het publiek een glimlach bezorgde. Het concert was verder vrij wisselend. De nieuwe nummers lijken iets verfijnder en net wat rustiger en hebben vast wat meer tijd nodig om te bezinken. De oude nummers waren heerlijk. Ook Stalemate, na Deeper Well mijn favoriet van High/Low, kwam langs. Dit was dus het nummer met het stukje Joy Division, en eigenlijk de reden dat ik hier was. Nu kon ik tevreden naar huis gaan. Desalniettemin kwam de band uiteindelijk nog twee keer terug voor (geplande?) toegiften, wat voor mij niet bijzonder veel toevoegde aan het optreden, maar wel mooi meegenomen was. Nu maar 's kijken of ik die videoband met de opname van Pinkpop '97 terug kan vinden.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home