Unburst Bubbles

"it's a crime i never told you 'bout the diamonds in your eyes"

16.1.03

Van schaken heb ik niet veel verstand. Alhoewel ik het spel sinds de brugklas beheers, ben ik er nooit echt goed in geworden. Het leukste van het spel vind ik dan ook eigenlijk de wereld eromheen. De internationale schaakwereld staat bol van intriges en wordt al jaren gedomineerd door een stel briljante Russen. Eigenlijk is de hegemonie van de Russen na de Tweede Wereldoorlog alleen doorbroken door de Amerikaan Bobby Fisher, die in de vroege jaren '70 in een absurde tweekamp in Reykjavik Boris Spassky, op dat moment wereldkampioen, de baas was. Daarna verdween hij al snel in het niets, om pas in 1992 weer van zich te laten horen. In het door oorlog lam gelegde Servie 'verdedigde' hij zijn wereldtitel opnieuw tegen Spassky - en met succes. In 1992 zat ik in de brugklas en leerde ik net schaken. Wie Bobby Fisher was, wist ik toen niet, al kreeg ik vaag wel iets van de tweekamp mee. Een paar jaar later zag ik de film Searching for Bobby Fisher, over een talenvol jongetje maar niet over de echte Fisher.

Searching for Bobby Fisher was ook het motto van Kees Jongkind, verslaggever en documentairemaker van Studio Sport. Hij ging naar hem op zoek, en vond hem uiteindelijk niet. Afgelopen dinsdag werd dus de documentaire "Bobby Fisher, de dolende konging" uitgezonden op TV, en ik heb me erg vermaakt met de mythe rond Fisher. Eigenlijk wist ik alleen maar dat hij onvindbaar was voor de buitenwereld, net als JD Salinger. Dat hij persona non grata was in de schaakwereld, en beroemde schakers als Viktor Kortsnoj en Gary Kasparov niet eens meer over hem willen praten, was nieuw voor me. Evenals het feit dat hij zo ongeveer ruzie heeft met de hele wereld en denkt dat de Joden proberen de wereld te domineren. Daarnaast schaakt hij via internet nog steeds wel 's een wedstrijd en vermorzelde hij waarschijnlijk een aantal jaar geleden op die manier nog Nigel Short (toch ooit uitkomend voor de wereldtitel tegen Kasparov) in een tienkamp. De grens tussen genialiteit en waanzin is inderdaad flinterdun, dat bewijst Fisher wel. Ik heb genoten van die documentaire. Gelukkig gaat Studio Sport er dit jaar nog (veel) meer uitzenden.